Je eigen bedrijf en de BTW

Als je een eigen bedrijf begint krijg je te maken met de BTW.

Dat wil zeggen dat je BTW moet berekenen aan je klanten en die BTW moet afdragen aan de belastingdienst. Daar staat tegenover dat je de BTW die leveranciers aan jouw bedrijf berekenen terug mag vragen bij de belastingdienst. Dat afdragen en terugvragen doe je in één aangifte. Je betaalt alleen het verschil van die twee. Of als je meer terugvraagt dan je moet afdragen dan betaal je niet maar betaalt de fiscus aan jou.

Als je omzet hoger is dan € 20.000,- per jaar is vrijwel iedere ondernemer BTW-plichtig.

Als je omzet lager is dan die € 20.000,- per jaar kan je aanvragen om vrijgesteld te worden van de BTW. (Dit is een vrij keuze. Het is niet verplicht)

Dit heet de “kleine ondernemersregeling” (KOR).

Als je deelneemt aan de KOR mag je geen BTW van je klanten berekenen, maar krijg je ook de BTW op je inkopen en kosten niet terug. En je doet dan geen BTW-aangifte. Dat scheelt administratief werk.

Op de site van de belastingdienst staan verschillende hulpmiddelen om te bepalen of de KOR voor interessant is voor jou en wat de gevolgen zijn als je bijvoorbeeld zaken doet met andere EU-landen.

In dit document tref je een kleine verzameling teksten aan over de BTW die gebaseerd op de site van de belastingdienst. Als je die teksten te ingewikkeld vindt dan is het dringend aan te raden om je op BTW-gebied door iemand te laten helpen die daar verstand van heeft.

Welk btw-tarief geldt voor uw producten en diensten

De btw heeft verschillende tarieven: 21%, 9% en 0%. Welk tarief u moet toepassen, hangt af van het soort goederen of diensten. Bepaalde leveringen van goederen en diensten zijn vrijgesteld van btw.

Het algemene btw-tarief is 21%. Dit tarief geldt in principe voor alle goederen en diensten. In bijzondere gevallen geldt het verlaagde tarief van 9% of 0%. Het 9%-tarief geldt voor: Diensten die staan op de site van de belastingdienst en Goederen die staan op de site van de belastingdienst  

Het 0%-tarief geldt voor ondernemers die zaken doen met het buitenland. Als u levert aan buitenlandse ondernemers, dan past u dit tarief toe op uw leveringen. Ook over de verkoop van tabaksproducten hoeft u geen btw te berekenen. De fabrikant of de importeur heeft de btw namelijk al afgedragen, tegelijk met de accijns.

Producten en diensten met verschillende tarieven

Verkoopt u goederen of diensten waarvoor verschillende btw-tarieven gelden? Dan moet u in uw administratie rekening houden met de verschillende tarieven. U kunt bijvoorbeeld zowel de verkopen als de ontvangsten voor goederen en diensten die onder het 6%-tarief vallen, apart registreren

Btw berekenen vanuit ontvangsten of op basis van uitgereikte facturen

Je kan kiezen om de btw te berekenen vanuit de ontvangsten (kasstelsel) of vanuit de uitegeikte facturen (factuurstelsel)

Wanneer pas je het kasstelsel toe?

Als u ondernemer bent en gewoonlijk goederen levert of diensten verleent aan particulieren, kunt u de btw voldoen naar de ontvangsten. De meeste ondernemers die hiervoor in aanmerking komen zijn aangewezen. Het gaat om:

  • winkeliers
  • marktkooplieden
  • schoenherstellers
  • kappers
  • glazenwassers
  • exploitanten van wasserijen
  • rijwielherstellers
  • exploitanten van schoonheidsverzorgingsbedrijven
  • behangers
  • stoffeerders
  • exploitanten van horecabedrijven
  • advocaten die hun praktijk alleen uitoefenen
  • houders van autorijscholen
  • anderen dan hiervoor genoemde ondernemers, die in of vanuit een vaste inrichting voor ten minste 90% goederen leveren of diensten verrichten aan anderen dan ondernemers

Bent u een aangewezen ondernemer, dan moet u het kasstelsel toepassen, tenzij u de Belastingdienst schriftelijk meedeelt, dat u van de aanwijzing geen gebruik maakt.

Als u niet tot de hiervoor genoemde ondernemers behoort, maar wel gedurende een periode van meer dan één kalenderjaar voor ten minste 80% prestaties verricht aan particulieren, kunt u bij de Belastingdienst een verzoek indienen om het kasstelsel te mogen toepassen. U moet aan de hand van de feitelijke omzetverhouding kunnen aantonen dat u voldoet aan de voorwaarden voor toepassing van het kasstelsel. De Belastingdienst beslist schriftelijk of u al dan niet het kasstelsel mag toepassen.

Als u het kasstelsel mag toepassen, gaat u uit van de geldstroom om uw periodieke verschuldigdheid van de btw te berekenen. De geldstroom omvat de ontvangsten en de uitgaven. Als u prestaties verricht waarop verschillende btw-tarieven van toepassing zijn, moet u de ontvangsten splitsen naar de verschillende tarieven. Als u het kasstelsel toepast, is het tijdstip waarop u btw bent verschuldigd gekoppeld aan het tijdstip waarop de vergoeding wordt voldaan. U moet de btw berekenen over de voldane vergoeding, dat wil zeggen vanuit uw kas-, bank- en giroboek

Uiteraard moet u de BTW wel splitsen naar verschillende BTW-tarieven (hoog/laag/geen). Je kan dat doen via je kassa. Als dat niet kan heeft de fiscus een aantal forfaitaire berekeningsmethodes vastgesteld om die spliting te maken. Welke van die methodes bij jou van toepassing is vind je op de site van de belastingdienst. Je moet dan vooraf aan de fiscus opgeven welke methode je gebruikt!

Wanneer past u het factuurstelsel toe?

Als u verplicht bent om een factuur uit te reiken, of als u niet in aanmerking komt voor het toepassen van het kasstelsel, dan bent u btw verschuldigd volgens het factuurstelsel.